Jacqueline Bohlmeijer en Han Klinkhamer
Een stel vakmensen met passie in Oude Raadhuis
De natuur in al haar rijkdom moet wel een van de belangrijke inspiratiebronnen zijn voor de twee kunstenaars die door het KCA zijn uitgenodigd om te exposeren in het Oude Raadhuis. Er is nu een tentoonstelling te zien die wonderwel ruimte biedt aan het werk van elk op zich, maar tegelijkertijd harmonieert. Het is een evenwichtige tentoonstelling waarin de impressionistische schilderijen van Han Klinkhamer de natuur en het landschap als onderwerp hebben en het keramiek van Jacqueline Bohlmeijer lijkt te gaan over het ontvouwen van die natuur. Het Oude Raadhuis haalt hier een stel vakmensen in huis die met passie en overtuiging hun werk maken.
Beelden maken is hardop denken
De veelzijdige en vermaarde kunstenaar Henk Visch is voor Jacqueline Bohlmeijer een belangrijke inspiratiebron. Visch zegt over het maken van beelden dat het net zoiets is als hardop denken met hout, verf en andere materialen. Het gaat Visch daarbij niet om de zichtbare werkelijkheid. Het beeld is voor hem een metafoor voor de realiteit van ervaringen. Tegelijkertijd voelt de keramiste ook verwantschap met het surrealisme. Het levert werk op met sciencefictionachtige trekjes.
Speelse fantasieën
Haar beelden of vazen, dat kan namelijk ook, de klei, het materiaal en de kleuren die ze gebruikt levert geen realistisch werk op, maar een fantasie. Het zijn speelse fantasieën die uit een rijke verbeeldingskracht voortkomen. Het doet denken aan Day of the Triffids een wereldberoemd post-apocalyptisch sciencefictionverhaalwaarin plantachtige wezens de wereld willen overnemen. Kortom de sculpturen en organische vaasvormen van Bohlmeijer zijn gedurfd en uit een rijke fantasie ontsproten. Elk van haar kleurrijke beelden die soms ogenschijnlijk hooggehakt naar boven reiken, biedt wel een kleine verrassing. Het zijn haar hardop gedachte en vakkundig gemaakte natuurfantasieën die hier het daglicht zien en de kijker een verrassing doen ervaren.
Levende natuur
Het werk van Han Klinkhamer verwijst naar de levende natuur van zijn woon- en werkomgeving en dan vooral naar de schoonheid daarvan. Hij woont in een klein dorpje aan de Maas en is in een paar stappen bij de Dijk waarop het landschap zich voor de kijker ontsluit. Klinkhamer boetseert zijn landschappen met dikke lagen verf en wel zo dat je de klei in dat zompige landschap bijna ruikt. Steeds zijn het impressies maar met een kleurgebruik die zwaar meeweegt voor de kijker die soms een einder kan zien. Het zijn impressies van water, weiden en bewegende luchten. Maar ook stemmingen van de landschappen in de schilder zelf.
Schaven, schrappen en snijden
Opvallend zijn twee vrijwel zwart/witte werken op papier of beter van papier. Het lijken rijke bloemen- of klaverveldenvelden, natuurlijk weiden waarin de diversiteit groot is. Geen mono-weiland met eiwitrijk gras voor de koeien. Klinkhamer noemt het een ‘decollage-techniek’ waarmee hij deze landschappen maakt. Het komt er op neer dat hij met een oud Stanleymes een groot stuk papier bewerkt dat hij eerst in tinten zwart heeft beschilderd. Dan is het schaven, schrappen en voorzichtig snijden met dat oude mes dat onder de verf zit en helemaal naar zijn hand is gaan staan. Het resultaat is verassend. Van dichtbij een ruw vrijwel abstract oppervlak van zwarten en witten, maar van een afstandje een landschap bijna zoals we het ons alleen nog maar herinneren.
Deze expositie iwas te zien t/m 17 juni 2018